Je zon

“Waar is je zon?” vraag ik m’n zoon als hij uitgeraasd is. Ik weet inmiddels wel waarom hij vaak zo reageert zoals hij reageert. Zijn gedrag lijkt vaak onredelijk en onbegrijpelijk, maar voor een kind dat zo goed weet wat hij wil, lijkt veel van wat z’n ouders doen of zeggen onrechtvaardig. En dat begrijp ik wél. Z’n gedachtengang lijkt niet altijd te volgen, maar met een beetje moeite doen om te voelen hoe je kind zich voelt, kom je al een heel eind.

Ik gebruik die zon meestal als een kind zich verdrietig voelt van binnen en laat dan vaak het boek van Linda Keen “Ik ben een zon” zien. Het gebruiken van die metafoor is een mooie manier voor kinderen om te vertellen hoe ze zich voelen. Door middel van visualisatie kunnen ze hun zon er weer bij roepen. Iets wat voor mij gelijk staat aan het herstellen van je verbinding met de levensenergie en dus je kracht.

“Heb je je zon bij je?” vroeg ik ook aan hem toen hij na de zomervakantie (1999) naar groep twee ging. “Natuurlijk”, is zijn antwoord. Hij is inmiddels gewend aan deze vraag. Al vanaf de peuterspeelzaal doen we dit. En we laten ook vaak een zon stralen boven de klas voor de hele groep. De vraag “Is je zon er nog?” brengt hem gemakkelijker terug in zijn kracht.

Op deze manier leerde mijn zoon ook z’n gevoelens te benoemen. Z’n zon wilde niet altijd schijnen op de peuterspeelzaal. Geregeld nam ik hem weer mee naar huis. Dan wilde hij gewoon niet. Ik denk juist omdat er ruimte was voor zijn gevoelens. Hij mocht zich uiten door te huilen, te schreeuwen of door – het liefst op zijn bed – te slaan. En door er dan weer samen over te praten leerde hij wat hij er zelf aan kon doen. En toen hij vier werd en naar groep één ging, had hij al aardig geleerd om te gaan met emoties als verdriet, angst en boosheid.

Als kind kun je zo leren om niet afhankelijk te zijn van je ouders als het gaat om jouw emoties. Als ouder ben je misschien snel geneigd de emoties van je kind te willen beheersen en te controleren. “Stil maar hoor, zo erg is het niet”, wordt er vaak gezegd. Of “Nou, er zijn ergere dingen!” Maar wat schiet je daarmee op? Het lijkt er vaak voor je kind alleen maar erger door te worden.

Ik wilde mijn kind leren om zichzelf te redden; thuis en op school. En we hebben tot nu toe alle kans gehad om te oefenen. Al vanaf het moment van geboorte – Leboyer en alle andere theorieën over geboorte ten spijt – liet mijn zoon zich duidelijk horen. Nou ja, duidelijk….. Voor ons was het dat duidelijk niet. Hij was zo’n kind, waarmee je je eerst geen raad weet. “Hoezo, baby zijn? Ik wil groot zijn. En ik wil alles kunnen. En nu meteen!” Ik vind hem in de loop der jaren steeds meer kind geworden. Hij is nu meestal heel tevreden en gelukkig met zijn leeftijd en zit beter in zijn vel dan ooit. Hij is ook zichtbaar blij dat hij duidelijk kan maken wat hij bedoelt.

En in groep 3 vroeg ik op school weer eens: “Heb je je zon bij je?” en hij antwoordde: “Dat hoef je niet meer te vragen; dat regel ik zelf wel.”

Deze column is eerder verschenen in het blad Educare, een periodieke uitgave van de Stichting Universele Opvoeding.