Nieuwetijdsmoeder

Ze doet het zo goed, maar ze is zo onzeker. Ze twijfelt zo aan zichzelf. “Doe ik het wel goed?” dreunt altijd in haar hoofd. In haar hart weet ze wel beter. Ze voelt haar kinderen haarfijn aan. Niet dat ze daar altijd naar luistert. Nee, maar ze is ook “maar” een mens. Juist een wijs mens twijfelt vaak aan zichzelf. En toetst zichzelf aan de waarheid. Maar wat is die waarheid?

Het past niet in een stramien. Onze kinderen passen daar ook niet in. Ze zijn ook niet te plaatsen onder het etiket “Nieuwetijdskinderen”. Nee, het zijn kínderen. Kinderen met wel vaak opmerkzame behoeften. Behoefte aan veiligheid, bescherming, bevestiging van hun gevoelens, rechtvaardigheid. Maar ook vaak o zo dwars. En eigenzinnig. Ze denken vaak alles beter te weten; vooral beter dan hun ouders. Want die snappen blijkbaar niet hoe de wereld in elkaar steekt.

Maar de nieuwetijdsmoeder wíl haar kind wel begrijpen. Ze doet vreselijk haar best óm hem te begrijpen. En hoewel dat niet altijd lukt, slaagt ze er toch in om een goede moeder te zijn. Juist omdat ze haar kind zo goed aanvoelt. En weet wat hij bedoelt. Ook al lijkt dat soms onredelijk en niet passend in het plaatje wat andere mensen van kinderen hebben.

De vernieuwers, dat zijn ze. De kinderen én hun ouders. Ze moeten er wel mee verder. Er is geen houden meer aan. De wereld is in verandering. En de mensen veranderen mee. Of het is net andersom?

Dit artikel is eerder verschenen in de nieuwsbrief van de Stichting Nieuwetijdskinderen.