Pré-puber

Jessica is zes. Haar moeder Josefien zit bij me en ze vertelt dat Jessica zich toch wel héél anders gedraagt dan haar negenjarige zus Jeanet. Jeanet was altijd de “makkelijkste”. Een makkelijke baby, sóms een wat lastige peuter, een redelijk handzame kleuter en nu een niet zo moeilijke pré-puber van bijna tien.
Maar Jessica…. Eigenlijk al vanaf de geboorte wist Josefien dat Jessica een heel ander kind was dan haar grote zus. Ze huilde veel, wilde altijd gedragen worden en sliep weinig. En als peuter/kleuter wilde ze nooit luisteren, zat altijd overal aan en ga zo maar door. Josefien had haar handen er vol aan. Iedereen om haar heen zei: “Joh, dat gaat wel weer over. Elk kind heeft zulke periodes.”
Maar het ging niet over. Er is altijd wel wat. En eigenlijk vindt Josefien haar jongste dochter maar een lastig portret.
“Dat hoefde ik vroeger allemaal niet te proberen bij mijn ouders. Ik moest doen wat er gezegd werd, anders zwaaide er wat. Een strenge opvoeding was het en dat vind ik ook niet goed, hoor! Want ik denk dat ik daar nog steeds last van heb. Ik ben er onzeker door geworden en twijfel vaak of ik het wel goed doe. Kijk en dát bewonder ik eigenlijk wel in Jessica. Dat ze zo sterk is. En zo goed weet wat ze wil.”

Ah, een lichtpuntje. Bespeur ik een tikkeltje spijtgevoel ten aanzien van zichzelf? Logisch, lijkt me. Zo van: “Had ik ook wel …..” Die Jessica zet haar moeder wel aan het werk!
“Maar in wie herken je jezelf nou meer? In Jessica of in Jeanet?”, vraag ik Josefien.
“In Jessica”, is haar antwoord. “Ik was vroeger ook niet de makkelijkste.”
“Nou dan boft Jessica maar met zo’n moeder. Dan weet je zeker precies wat ze voelt?” “Ja, vaak wel.”
“En zij voelt jouw stemmingen ook precies aan?” Josefien kijkt me ongelovig aan. Ik sla de spijker op de kop. Jessica blijkt een supergevoelig kind dat vaak datgene zegt wat haar moeder net op dat moment denkt. En ze haalt bij Josefien ook nog eens alle emoties naar boven, die ze maar in zich heeft.

Josefien kan zich nu wat beter verplaatsen in de gedachtengang van haar kind. Maar hoe zit dat met haar eigen grenzen? Juist als je zo’n strenge opvoeding hebt gehad, wil je het zelf graag anders doen met je eigen kinderen. En ben je soms bang om net zo te worden als je vader of je moeder, waardoor je het vaak weer moeilijk vindt om je eigen grenzen neer te zetten.
“Maar opkomen voor jezelf is net zo belangrijk als begrip hebben voor de gevoelens van je kind. Om dus ook je eigen gevoelens te accepteren. En duidelijk te zijn in wat jíj wilt. Daar heeft je kind ook behoefte aan. En juist zo’n gevoelig en bewust kind als Jessica dwingt je als het ware daartoe. Om duidelijk te zijn én om je open te stellen.” Ja, dat herkent Josefien wel. En als ze zich dat realiseert, kan ze op de momenten dat ze dan weer in zo’n strijd belandt – want dat is het vaak -, er sneller uitstappen. Om het contact te zoeken met haar kind. Vanuit haar hart, elke keer weer opnieuw.

Deze column is eerder verschenen in het blad Educare, een periodieke uitgave van de Stichting Universele Opvoeding.